Spelregels:
- De dobbelsteen wordt na elke beurt naar degene links van hem/haar doorgegeven.
- Degene die mag raden “schuift” elke keer twee plaatsen naar links op.
- Indien degene die raadt en dobbelt dezelfde persoon zijn, dan “schuift” degene die raadt drie plaatsen naar links op.
- De jongste begint met gooien.
- Degene die twee plaatsen links van de jongste zit begint met raden.
Een speelbeurt ziet er als volgt uit:
- De eerste speler gooit met twee dobbelstenen zodat niemand de score behalve hij-/zijzelf kan zien en zegt wat hij/zij gegooid heeft, dit mag een bluf zijn (bijv. in totaal met twee dobbelstenen zes gegooid en je zegt dat je 8 gegooid hebt, bluf dus).
- De “rader” raadt nu of degene die gegooid heeft de waarheid spreekt.
- Indien de “rader” het goed heeft mag hij/zij een pakje bij de dobbelaar uitzoeken of een pakje in het midden pakken. Indien de “rader” het fout heeft mag de dobbelaar een pakje bij de “rader” uitzoeken of een pakje in het midden pakken.
- Indien het totaal aantal pakjes boven de twee stuks uit komt moet er één pakje in het midden worden gelegd.
- De volgende twee spelers zijn aan de beurt.
Ronde 1 (30 minuten):
- De pakjes blijven ingepakt.
Ronde 2 (30 minuten):
- De pakjes worden aan het begin van de ronde uitgepakt.
Ronde 3:
- De oudste die minder dan twee pakjes heeft mag nu één pakje uitzoeken, daarna mag degene links van de oudste een pakje uitzoeken indien deze er minder dan twee heeft, etc..
Iedereen gaat (tevreden) met twee pakjes naar huis.